De Vulkaankist header
De Vulkaankist header

De Vulkaankist

Een verhaal geschreven voor Luca met zijn woord lava
Lees samenvatting
Spring naar
Hoofdstuk 1

De advertentie

Luca kocht net een tros bananen en een pak melk toen hij een prikbord met advertenties in de winkel zag hangen. Er was één advertentie die hem opviel, er stond op:

'Dat komt goed uit' zei Luca tegen zichzelf. 'Ik ben wel toe aan een avontuur.' Hij pakte de advertentie van het prikbord en stopte het in z'n broekzak.
De volgende dag fietste Luca zo snel als hij kon naar de haven want het was al bijna 10 uur. Tussen alle grote schepen vond Luca pier nummer 8 en daar stond een klein houten bootje. Achter het roer van het bootje stond een meneer met een grote baard. Op zijn schouder zat een oude verkleurde papegaai met een ooglapje.

Was dit wel de goede boot? Luca haalde de advertentie uit z'n broekzak. Ja, dit was toch echt pier 8.
'Ahoy!' riep de man naar Luca. 'Ben jij mijn assistent avonturier?'
'Ja?' vroeg Luca met een twijfel.
'Mooi! Vraag even toestemming of je aan boord mag komen.'
'Mag ik... aan boord komen?' vroeg Luca.
'Ahoy! Je hebt toestemming, kom aan boord!'

Er lag een loopplank naar het bootje. Even dacht Luca dat hij zou uitglijden omdat de loopplank onder het zeewier zat. Maar na een paar stappen stond hij toch echt op het bootje.

'Welkom aan boord van de Oude Zeeschuimer' riep de meneer. 'Dit bootje is misschien niet groot maar hij drijft uitstekend op zee!'
‘Mijn naam is Kapitein Knoest en de papegaai op mijn schouder heet Sjak. Sjak is een beetje oud en verlegen.' Hij aaide de papegaai over zijn snaveltje.
Sjak bewoog niet en Luca zag dat de papegaai met plakband vastzat op de schouder van de kapitein.

Maar wat Luca vooral opviel is dat de kapitein twee houten benen had. En voordat hij daar een vraag over kon stellen schreeuwde kapitein Knoest:
'Het is precies 10.00 uur, dus trossen los en op naar de vulkaan!'
De kapitein maakte het bootje los van de pier. Het bootje begon te pruttelen en te sputteren en begon te varen. De kapitein keek van achter het roer uit over de zee en snoof de zeelucht diep in.
'Aaah' zuchtte hij. 'Er is niks beters dan varen over een kalme zee.'

Hoofdstuk 2

De kapitein vertelt

'Hoe is het mogelijk dat er een schatkist in een vulkaan ligt?' vroeg Luca aan kapitein Knoest.
En terwijl de kapitein aan het roer draaide begon hij te vertellen over de vulkaan op het onbewoonde eiland. Over dat hij een verhaal had gehoord over een bende piraten die een waardevolle schatkist in de vulkaan hadden verstopt. Die zij later zouden ophalen omdat ze op de vlucht waren. Ze waren namelijk verzot op deze schat. Niemand weet waarom maar de piraten zijn nooit teruggekomen om de schatkist op te halen.

Na jaren zoeken kocht Kapitein Knoest een schatkaart op internet. Deze kaart zou de weg wijzen naar de vulkaan waarin de schatkist lag. Dagenlang dobberde hij samen met Sjak de oceaan over maar hij vond geen vulkaan. De kaart bleek nep te zijn. De verkoper op internet was er toch echt zeker van dat het een echte kaart was.

'Het heeft veel geld gekost en ik moest een paar maanden bij mijn tante Bertha wonen. Maar na 20 schatkaarten heb ik eindelijk de enige echte schatkaart gevonden' vertelde de kapitein tot slot. Trots hield hij de kaart omhoog. 'Ik ben er al geweest en heb alles klaargezet om de schat uit de vulkaan te halen.'
'Hoe komt u eigenlijk aan twee houten benen?' vroeg Luca.
De kapitein staarde nu over de zee.
'Het was een woensdagochtend en het was erg mistig op zee' zuchtte de kapitein. 'Ik weet nog dat Karel riep dat het dek net gedweild was en dat het dus heel glad was…’
En terwijl de kapitein een veel te lang verhaal vertelde, viel Luca in slaap.

Hoofdstuk 3

'Land in zicht!'

Luca werd met een schrik wakker door een schreeuw van de kapitein.
'Land in zicht!' riep hij.
In de verte zag Luca een eiland met een vulkaan vanuit de mist verschijnen. Het bootje meerde aan op het strand van het onbewoonde eiland. Of eigenlijk eilandje. Het eiland was namelijk veel kleiner dan Luca had gedacht. Het was een vulkaan met een klein strandje erom heen. Ook stond er een palmboom.
De kapitein sprong van het bootje op het zand.

'Op naar de vulkaan!' riep kapitein Knoest.
En zo klommen Luca en de Kapitein de vulkaan op. Hoe hoger ze klommen, hoe warmer het werd tot ze uiteindelijk bij de vulkaanrand stonden. Daar stond een kraantakel met een touw. Naast de takel stond ook een emmer met water.

Luca keek over de rand de vulkaan in. Tussen het borrelende lava zag hij de schatkist glimmen. Het stond midden in de vulkaan op een stenen rots.
'Dat is 'm!' riep de kapitein enthousiast. Hij klapte in zijn handen van geluk.

'Hoe gaan we de schatkist daar weg krijgen?' vroeg Luca.
'Oh, gewoon met deze kraan!' zei de kapitein.
'We binden een touw om mij heen en jij takelt me naar beneden.'
'Is dat niet heel erg gevaarlijk?' Vroeg Luca.
'Geen idee!' zei de kapitein.

Hoofdstuk 4

De kapitein wordt in de vulkaan getakeld

Ze bonden het touw om de kapitein vast. Met een paar extra knopen voor de zekerheid. Luca draaide aan de hendel van de kraan en de kapitein zakte de diepte van de vulkaan in.
'Oh trouwens, kapitein! Waar is de emmer water voor?' riep Luca naar beneden.
'Dat zie je straks wel!' riep Kapitein Knoest terwijl hij naar beneden werd getakeld.

Luca bleef aan de hendel draaien tot hij iets hoorde van de kapitein.
'Stop! Stop!' hoorde hij de kapitein vanuit de vulkaan schreeuwen. 'Auw auw!'
Luca keek in de vulkaan en zag dat de kapitein nu boven de schatkist hing. Hij pakte een handvat van de kist vast.
'Snel! Takel me omhoog! Snel!'
En zo snel Luca kon, takelde hij de kapitein terug omhoog. Makkelijk was het niet, door de schatkist was het een stuk zwaarder.

Maar uiteindelijk hing kapitein Knoest boven de vulkaanrand met een zware schatkist in zijn armen. Er rookte iets. Luca zag nu dat de houten benen van de kapitein en de veren van Sjak aan het smeulen waren.
'De emmer water nu!' riep de kapitein.
Luca gooide snel de hele emmer water over de kapitein en Sjak heen. 'Aaaaaah dat lucht op!' zei de kapitein opgelucht.
Luca maakte het touw los en zo stond de kapitein samen met de schatkist weer op de vulkaanrand.

Hoofdstuk 5

'Wat een rijkdom!'

Kapitein Knoest kon niet wachten en opende de zware deksel en Luca keek met grote ogen in de kist.
'Maar...' stamelde Luca. 'De schatkist is gevuld met blikken appelmoes. Dat is toch geen schat?'
‘Een schat hoeft niet altijd goudstukken of juwelen te zijn’ zei de kapitein. ‘Dit is niet zomaar appelmoes. Dit is mijn lievelingsappelmoes. De piraten hadden een goede smaak. Je kunt deze appelmoes nergens meer kopen.'
De kapitein knuffelde de schatkist.
'Nu kan ik weer jaren de beste appelmoes ooit eten!'
Gehaast maakte hij een blik appelmoes open en slobberde het hele blik in één keer naar binnen.
'Wat een rijkdom!' riep de kapitein blij met een volle mond. Overal zat appelmoes in zijn baard.

'Terug naar zee!' riep de kapitein toen het blik leeg was.
Samen sleepten ze de zware appelmoeskist de vulkaan af. Terug naar het bootje. En terug naar de haven. Zoals afgesproken mocht Luca ook iets uitzoeken uit de schatkist. Niet dat er veel keuze was, dus pakte hij een paar blikken appelmoes uit de kist.
Hij zwaaide de kapitein uit en fietste weer naar huis. Daar at Luca een blik appelmoes. Hij was er even stil van. De kapitein had gelijk, dit was écht de beste appelmoes ooit!

Elke keer als Luca in de winkel was keek hij even nieuwsgierig op het prikbord. Zou daar ooit weer een nieuwe advertentie hangen van Kapitein Knoest en zijn Sjak?’

Einde
←  Terug naar verhalen
Dit verhaal delen?
Deel dit verhaal link icoonKopieer link

Andere verhalen